7. Het kloosterpand
Van de abdij, gesticht in de 7e eeuw, blijven slechts het kloosterpand en de Collegiale over. De abdij omringde het kloosterpand waarvan alleen de Noordelijke galerij er nog uitziet zoals in de 13e eeuw. De andere gangen werden vernieuwd in de 19e eeuw.
De abdijgebouwen zijn nu vervangen door het stadhuis.
|
14. Archeologische opgravingen
De opgravingen onder de hoofdbeuk van de collegiale hebben sedert 1941 de funderingen blootgelegd van vijf opeenvolgende kerken die dateren vanaf de 7e eeuw tot op het einde van de 10e eeuw. In de eerste ervan, St Pieter genaamd, en met geringe afmetingen (+/- 20m) werd de H. Gertrude begraven. Voor de laatste ervan werd een westbouw aangebracht waarvan de overblijfselen ontdekt werden onder het westelijke koor. Die opgravingen werden geleid door de archeologen Breuer en Mertens en ingehuldigd in 1952. Ze bevatten de graven van de H. Gertrude, van Ermentrude (kleindochter van Hugo Capet) en van Himeltrude. |
15. De crypte
Deze grote ondergrondse kerk (22x10m) is van de 11e eeuw en werd gerestaureerd in haar oorspronkelijk volume op het einde van de 19e eeuw. Ze heeft drie beuken van gelijke hoogte en eindigt aan de oostzijde op een kleine abscis. Vroeger hadden de pelgrims rechtsreeks toegang tot de crypte langs de hellende vlakken van de wandelgangen die het oostelijk koor omringden.
|
16. Kapel St Gertrude
Deze kapel is de gelijke van de kapel St Agatha. Ze is toegankelijk langs de wenteltrap van de toren Jean de Nivelles en langs een vertikale trap vanuit het westelik koor.
Die kapel in overdekt door twee ellipsvormige koepels en eindigt op een abscis in het oosten. Ze is verlicht door een groot klaver vorming venster en werd beschilderd om de resten van de polychromie op de kolonnen en de pendentieven beter te doen uitkomen. Volgen de plaatselijke folklore kunnen alleen de personen die in staat van genade zijn tussen de kolon en de peiler door (25cm).
|
17. Keizerlijke zaal
Deze zaal ligt op 20 m boven de vloer van de collegiale en over gans de oppervlakte van de koffer van de westbouw (25x8m). Drie grote koepels bedekken de drie traveën van de zaal op 9 m hoogte. De middentravee eindigt in het oosten op een absis die geflankeerd is door twee bergruimten. De funktie van die zaal is een mysterie gebleven. Ze wordt verlicht door een onderbrokken rij dubbele boogvensters. In die zaal prijken de reproduktie van het schrijn van de 13e eeuw vernietigd in 1940, enkele resten van het oorspronkelijk schrijn en geschilderde panelen van de 15e eeuw die de wagen van de H. Gertrude versierden.
|
Foto's: W. Beeckaert en foto club "Entre-nous" van Nijvel
Retour - Terug - Back
|